Flexfactoren

De pensioenregeling van BPFL biedt een aantal keuzemogelijkheden als je met pensioen gaat. Als je gebruik maakt van zo’n keuze, dan heeft dat invloed op je pensioen. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om eerder of later met pensioen te gaan. Als je eerder met pensioen gaat, ontvang je een lager pensioen, omdat het pensioen over een langere periode uitgekeerd moet worden. Om de invloed van je keuzes op je pensioen te berekenen, worden de flexfactoren gebruikt.

Flexfactoren zijn dus eigenlijk rekenregels waarmee wij rekenen op het moment dat je gebruik maakt van een mogelijkheid om je pensioenbedrag flexibel te gebruiken. De flexfactoren zijn afhankelijk van actuariële grondslagen. Actuariële grondslagen zijn:

• de levensverwachting, en 
• rekenrente van De Nederlandsche Bank.
  
  

Maak je geen gebruik van keuzemogelijkheden, dan heb je niet te maken met flexfactoren.

We rekenen met de flexfactoren bij de volgende keuzes:

• eerder met pensioen (bijvoorbeeld als je het pensioen van BPFL tegelijk met je AOW-leeftijd laat ingaan. Het AOW-pensioen van de overheid gaat namelijk eerder in dan het BPFL-pensioen);
• eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen, of andersom;
• ouderdomspensioen uitruilen voor partnerpensioen of andersom;
• pensioen afkopen (alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden).

Maak je geen gebruik van keuzemogelijkheden en laat je jouw pensioen ‘gewoon’ ingaan op je BPFL-pensioendatum (68 jaar), dan heb je niet te maken met flexfactoren.

De levensverwachting en rekenrente van De Nederlandsche Bank zijn steeds in beweging. Daardoor veranderen ook de flexfactoren ieder jaar. De flexfactoren worden ieder jaar opnieuw vastgesteld en gelden per 1 januari.

Om je te laten zien welk pensioenbedrag je ongeveer krijgt, ontvang je zo’n 6 maanden voor je pensioendatum een uitnodiging om een voorlopige berekening te maken in Mijn Pensioenplan. Als je je pensioen kunt afkopen ontvang je de voorlopige berekening van ons. Deze berekening is een schatting.

Daarbij wordt gerekend met de flexfactoren die gelden op het moment van de berekening. Ga je dus in de eerste 6 maanden van 2024 met pensioen, dan ontvang je de voorlopige berekening in 2023. Er wordt op dat moment gerekend met de flexfactoren van 2023. Dat kan helaas niet anders, want de flexfactoren voor 2024 worden pas eind 2023 bepaald. De flexfactoren wijzigen altijd per 1 januari. Meestal gaat het om kleine veranderingen, waardoor dit weinig invloed heeft op de hoogte van je pensioen. Maar bij een grote verandering van de rente of levensverwachting kan dat verschil best groot zijn.

Je pensioen kan daarnaast ook nog (ruim) hoger of lager uitvallen door onder andere:

• belastingtarieven;
• loonheffingskorting (wel of niet laten toepassen);
• verhogen of verlagen van het pensioen door BPFL (afhankelijk van onze financiële situatie);
• veranderingen in je persoonlijke situatie (zoals van fulltime naar parttime werk of een scheiding).
• AOW-bedrag
• Wijziging in het pensioenreglement

Hoeveel je precies krijgt, weten we als alle gegevens zijn verwerkt. De maand waarin je pensioen ingaat berekenen wij je pensioen opnieuw met de gegevens die dan gelden en bij ons bekend zijn. Daardoor kan je pensioenbedrag nog veranderen na het krijgen van je eerste pensioenbedrag. Dit omdat op het moment van de berekening van je eerste pensioenbedrag nog niet alle gegevens verwerkt zijn. Als dat zo is, dan verrekenen we het verschil op een later moment. Je hoeft hier zelf niets voor te doen.

Met de flexfactoren die gelden op het moment dat je met pensioen gaat. De flexfactoren van 2024 gaan in op 1 januari 2024.

In november 2023 zijn de flexfactoren voor 2024 bekend geworden. Vooral voor de deelnemers die in 2024 kunnen afkopen, wijken de flexfactoren van 2024 flink af van de flexfactoren van 2023. Dat komt doordat de rente flink is gestegen en de levensverwachting hoger is geworden.

Vooral voor de deelnemers die in 2024 kunnen afkopen, wijken de flexfactoren van 2024 flink af van de flexfactoren van 2023. Bij afkoop kies je ervoor om het pensioen dat je bij een pensioenfonds hebt opgebouwd in een keer uit te laten betalen. Afkoop is alleen mogelijk als je tot een bepaald bedrag aan pensioen hebt opgebouwd (€594,89 in 2023) en onder bepaalde voorwaarden. Als je hiervoor in aanmerking komt heb je hierover een brief met een voorlopige berekening van ons ontvangen. Dit geldt maar voor een kleine groep.

Ga je in 2024 met pensioen, maak je gebruik van afkoop en heb je van ons een voorlopige berekening in 2023 gekregen? Dan kan het pensioenbedrag dat je bij afkoop in 2024 krijgt, een stuk lager zijn dan het bedrag in de voorlopige pensioenberekening. We hebben bij de berekening (die in 2023 is opgesteld) immers gerekend met de flexfactoren van 2023. Daarom hebben we besloten om iedereen die in 2023 een berekening heeft ontvangen voor afkoop in 2024, een nieuwe voorlopige berekening te sturen. In de nieuwe voorlopige berekening wordt gerekend met de flexfactoren van 2024.

Omdat de flexfactoren van 2024 voor afkoop van pensioen flink afwijken van de flexfactoren van 2023, hebben we besloten om een nieuwe voorlopige berekening te sturen als je voldoet aan de volgende voorwaarden:

• je gaat in 2024 met pensioen, en
• je kunt gebruik maken van afkoop van je pensioen, en
• je hebt van ons al een voorlopige berekening ontvangen.

De nieuwe voorlopige berekening ontvang je uiterlijk 1 maand voor je pensioendatum. Alleen als je in januari 2024 met pensioen gaat en in aanmerking komt voor afkoop, ontvang je de nieuwe berekening mogelijk minder dan een maand voor pensioendatum. Iedereen die een nieuwe voorlopige berekening ontvangt heeft hierover een aankondigingsbrief gekregen.

De nieuwe berekening krijg je via post of e-mail. Op welke manier dit is, hangt af van je communicatievoorkeur (de manier waarop je berichten van ons wil ontvangen). Je kunt je communicatievoorkeur aanpassen in Mijn Pensioencijfers.

Let op: in de nieuwe voorlopige opgave vragen we je om voor een bepaalde datum je keuze aan ons door te geven. Ga je al in januari of februari 2024 met pensioen? Dan is de genoemde datum niet meer haalbaar. Geef daarom je keuze door, zo snel mogelijk nadat je de nieuwe voorlopige opgave hebt ontvangen. Je geeft je keuze door via het formulier dat bij de nieuwe voorlopige opgave zit.

Ga je in 2024 met pensioen en heb je al een keuze doorgegeven over de afkoop van je pensioen? Dan kun je je keuze nog aanpassen, nadat je de nieuwe berekening hebt ontvangen. Normaal gesproken is het niet mogelijk je keuze nog aan te passen, maar omdat de flexfactoren zo sterk afwijken hebben we besloten dat nu wel mogelijk te maken. Je kunt dan dus kiezen om:

• Toch af te kopen. Je ontvangt dan in een keer het bedrag op basis van de flexfactoren van 2024. Dat is lager dan het bedrag dat op de berekening stond die je eerder in 2023 ontving.
• Niet af te kopen. Je ontvangt dan iedere maand een pensioenbedrag, zolang je leeft. De veranderde afkoopfactoren van 2024 hebben geen invloed op dit bedrag. (Als je ervoor kiest om je pensioen eerder te laten ingaan, kunnen de flexfactoren wel nog invloed hebben op het bedrag).
  

Ga je in 2024 met pensioen, kun je gebruik maken van afkoop, heb je al eerder een voorlopige berekening van ons ontvangen, maar heb je nog geen keuze voor afkoop doorgegeven? Dan raden wij je aan om te wachten op de nieuwe voorlopige berekening. Met de nieuwe berekening heb je een realistischere inschatting van het pensioenbedrag dat je ontvangt bij afkoop in 2024. Op basis daarvan kun je een meer afgewogen keuze maken.