Laetitia de Leede en Hein Breekveldt, bestuursleden namens de werkgevers:

‘Een fantastisch beleggingsjaar, maar toch juichen we niet’

Laetitia de Leede en Hein Breekveldt noemen 2019 een ‘bizar jaar’. Beiden zijn gepokt en gemazeld in de pensioenmaterie. Maar dit maakten ze niet eerder mee: onze beleggingen werden maar liefst 17% meer waard en tóch leverde dat BPFL geen betere financiële positie op. Boosdoener is de lage rente. “Wij dachten  dat het in 2019 crisis was. Inmiddels weten we dat 2020 nóg uitdagender is.”

Een goed beleggingsjaar

Laetitia de Leede: “We hebben een fantastisch beleggingsjaar gehad. Bizar, zou ik het willen noemen. Een rendement van meer dan 17%. Een juichjaar is dat. Maar je ziet ons niet juichen. Het verlies door de lagere rente was nog groter.
Die 17% is dus in het water gevallen. Enorme opbrengst, maar toch niet genoeg.”

Hein Breekveldt: “Internationaal deden de beurzen het goed. Daar heeft ons fonds van geprofiteerd. 2019 is het jaar van de nieuwe werkelijkheid. We worden structureel en serieus geconfronteerd met een andere markt, gekenmerkt door veel lagere renteniveaus. Een lage rente betekent dat ons fonds meer geld opzij moet zetten om later alle pensioenen te kunnen betalen.”

Crisis in augustus

Laetitia de Leede: “Ik genoot van mijn vakantie op een mooie tweemaster midden op het IJsselmeer toen ze me belden. Het ging slecht met onze financiële positie. Er was sprake van een crisis. Misschien moesten we de pensioenen gaan verlagen. Als je nu terugkijkt, werd de soep toen nog niet zo heet gegeten. Eind 2019 steeg de rente weer en kregen we een adempauze.
Maar toen kwam corona en is het effect nog veel sterker. Achteraf denk ik dat in 2019 een trend is ingezet. We moeten kijken naar ons fonds in een wereld waarin de rente laag is én laag blijft. Dat beïnvloedt de hele opzet van het fonds en ons premiebeleid. De crisis lijkt het nieuwe normaal.”

Hein Breekveldt: “We rekenen nu met een zeer lage rentevoet. Misschien is die voorzichtigheid wat doorgeslagen. Je wéét dat je met je vermogen een hoger rendement haalt dan de huidige rekenrente. Dan moet je bijvoorbeeld kijken naar een reëel gemiddelde van zo’n 3%, want je hebt slechte en goede jaren. Wie benadelen we daarmee? Daar moet je wel goed naar kijken.”

Laetitia de Leede: “Onze deelnemers zijn jong. De looptijd van hun pensioen is nog lang. Een nieuwe rekenrente tikt daardoor heel sterk door.” 

Interesse jonge deelnemers

Hein Breekveldt: “Het is een uitdaging om dat goed uit te leggen. In zijn algemeenheid is de interesse voor pensioen onder jongeren vrijwel nul. Logisch. Als je 25 bent is pensioen een ver-van-je-bed-show. Zo was ik ook tot eind dertig. Ik deed mee aan een pensioenregeling. Dat wist ik wel, maar het interesseerde me niet. De communicatie was toen ook echt belabberd. Dat is wel enorm verbeterd.”

Laetitia de Leede: “Ik was als jongere niet anders. Eén keer heb ik me in mijn pensioen verdiept. Toen ik een nieuwe baan kreeg bij de Rabobank. Ik was, geloof ik, een half jaar in dienst toen ik een brief kreeg en moest besluiten of ik mijn oude pensioen mee zou nemen. Toen heb ik een pensioenconsulent ingeschakeld, omdat ik geen klap begreep van de brief.”

Hein Breekveldt: “Behalve bestuurder ben ik ook CFO van verschillende bedrijven geweest en doe dat nog steeds. Laatst had ik bij een sollicitatie met een kandidaat een uitgebreid gesprek over pensioen. Dat was voor mij de eerste keer dat een sollicitant van in de dertig over pensioen wilde praten. Je ziet dus dat het langzaam verandert. We gaan hierin nog stappen zetten: hoe maak je pensioen transparant en aantrekkelijk voor jonge deelnemers op een moderne manier?”

Laetitia de Leede: “Ik ben ook bestuurder bij een fonds met hoger opgeleiden. Zij vinden pensioen ook moeilijk. Ze zijn geneigd om te zeggen: ‘dat heb ik toch aan jou uitbesteed? Val me niet lastig.’”

Rol risicomanagement

Hein Breekveldt: “In 2019 heeft risicomanagement een zwaardere rol gekregen. En terecht, denk ik. We zijn ons meer bewust van allerlei soorten risico’s. Neem het renterisico (het risico dat je financiële positie verslechtert als de rente daalt, red.). We hebben heel intensief vergaderd over welke risico’s er zijn en wat voor maatregelen we moeten nemen. Besloten is om voor een deel het risico af te dekken. Maar niet alles, zodat we ook weer profiteren als de rente stijgt. Dat hebben we tijdens de crisis tegen het licht gehouden. Zitten we nog steeds goed? Ons beleid is daarop bewust niet gewijzigd.”

Laetitia de Leede: “Vanwege een nieuwe Europese wet zijn in 2019 sleutelfunctiehouders ingesteld. Een soort extra interne controle. Er zijn ook een sleutelfunctiehouder risicomanagement (het bestuursbureau , red.) en een Finance & Risk Commissie ingesteld. Daar zitten wij allebei in. Eerst dachten we: moet dat nu allemaal echt aangepast worden? We hebben een heel jaar gehad om het in te bedden en eraan te wennen. Nu zie ik het goede ervan. Door deze aanpassingen wordt gestructureerd over risico’s nagedacht.”

Nieuw pensioenstelsel

Laetitia de Leede: “Een andere belangrijke gebeurtenis in 2019 was het advies van de Commissie Parameters. Die adviseerde om de lage rente te blijven hanteren als uitgangspunt voor je financiële positie. Pensioen wordt dus nog duurder. Dat advies gaf een nieuwe impuls aan de hele discussie over de houdbaarheid van ons pensioenstelsel. Als je alle effecten doorrekent naar een nieuwe pensioenpremie, dan moeten werkgevers en werknemers anderhalf keer meer gaan betalen. Waar gaan we naar toe? De helft van de week voor je pensioen gaan werken? Dat is niet te verkopen!”

Hein Breekveldt: “Als ik er met jonge mensen over praat, dan merk ik dat ze openstaan voor een ander systeem. Het bestaande stelsel is heel duur en biedt hen nu ook niet alle zekerheid. In het Pensioenakkoord zijn in juni 2019 op hoofdlijnen afspraken gemaakt. De uitwerking daarvan in een nieuw pensioenstelsel is in mijn ogen alleen maar belangrijker geworden. Die uitwerking kost veel tijd.”

Laetitia de Leede: “Er spreken verschillende partijen (werkgevers, werknemers en overheid) met verschillende belangen die soms lijnrecht tegenover elkaar staan. Het is ingewikkelde materie en het gaat over ongelooflijk veel geld. Het raakt bijna iedereen in Nederland en werkt door over heel veel jaren. Toch hopen we als fonds snel op duidelijkheid. Het zou mooi zijn als er een fundament gelegd wordt in 2020. Dan kan ons fonds meters gaan maken.”