Verlaging van de pensioenen

Antwoorden op veelgestelde vragen

Terug naar het overzicht

Meest gestelde vragen en antwoorden

  • Verlagen: wat is dat precies?

    Mensen die van ons fonds een pensioen ontvangen krijgen vanaf 31 december 2021 minder pensioen. Het bedrag dat we elke maand op hun bankrekening storten gaat met 0,85% omlaag. Ze zien dat voor het eerst op hun bankafschrift van januari 2022.

    Voor werknemers en oud-werknemers (die na vertrek hun pensioen bij ons hebben laten staan) gaat het pensioen ook omlaag. Het opgebouwde pensioen tot en met 31 december 2020 verlagen we op 31 december 2021 ook met 0,85%. Daardoor hebben zij straks minder pensioen als zij met pensioen gaan.

    De uitkeringen van de pensioenen verlagen we niet met terugwerkende kracht. Je hoeft dus niet later eventueel teveel betaald pensioen terug te betalen.

    Hoe gaat het nu verder?

    De komende jaren moet de financiële positie van ons fonds verbeteren. Hiervoor hebben wij een herstelplan opgesteld. Dat moeten wij voorleggen aan toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB). DNB gaat ons herstelplan beoordelen en geeft ons uiterlijk eind mei dit jaar een reactie. Daarna is de verlaging definitief en verwerken we deze in onze administratie. Je krijgt na de zomer van ons fonds persoonlijk bericht over wat de verlaging voor jou betekent.
    Met deze verlaging zijn we als fonds niet in één keer weer financieel gezond. De komende jaren is verder herstel van de dekkingsgraad nodig om te kunnen voorkomen dat we in de toekomst de pensioenen weer moeten verlagen.

    Wat kun jij doen?

    Op de beveiligde omgeving Mijn Pensioencijfers van onze website kun je zien hoeveel pensioen je hebt opgebouwd. Deze cijfers worden elk kwartaal geactualiseerd. Het nieuwe pensioenbedrag na de verlaging kun je hier zien in het tweede kwartaal van 2022.

  • Hoeveel euro kost deze verlaging je aan pensioen? (voorbeeldberekening)

    Stel, je krijgt van ons fonds elke maand een pensioen van € 250 euro bruto per maand, naast de AOW die je van de overheid krijgt. Ons fonds verlaagt de pensioenen met 0,85%. Dan gaat je pensioen met (0,85% x € 250) € 2,12 bruto omlaag. Wat betreft de AOW: dit ontvang je van de overheid en wordt niet geraakt door de verlaging. Dus het is niet zo dat door de verlaging je totale inkomen met 0,85% omlaag gaat. (Ontvang je pensioen? Bekijk het rekenvoorbeeld met AOW)

    Voor werknemers en oud-werknemers (die na vertrek hun pensioen bij ons hebben laten staan) gaat het bedrag dat ze hebben opgebouwd omlaag. Dit zien ze op hun Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dat ze in 2022 krijgen staan. Dat bedrag gaat met 0,85% omlaag. Werknemers bouwen ook nieuw pensioen op. Het pensioen dat na de verlaging ‘erbij geschreven’ wordt, gaat niet omlaag.

  • Zijn er ook pensioenen die niet omlaag gaan?

    Ja. De verlaging moeten we berekenen over de pensioenen die tot en met 2020 bij ons fonds zijn opgebouwd. Dat betekent dat al het pensioen dat er in 2021 (nieuw) bij komt, niet omlaag gaat. Dat geldt dus ook voor het pensioen van:

    • mensen die op of na 1 januari 2021 nieuw in dienst komen en bij ons fonds pensioen gaan opbouwen;
    • mensen die na 1 januari 2021 21 jaar worden en beginnen met de opbouw van hun pensioen vanwege hun leeftijd.
  • Waarom moet ons fonds pensioenen verlagen?

    De belangrijkste oorzaak is de extreem lage rente. Jij hebt daar zelf last van als je geld spaart op een spaarrekening. Lees hierover ook het interview met bestuurslid Daan Muusers. Pensioenfondsen moeten verplicht rekenen met een rekenrente. Die is vaak nóg lager dan jouw spaarrente. Bovendien moeten we het geld heel lang reserveren. Wij moeten nu al geld apart houden voor twintigers die pas over tientallen jaren met pensioen gaan. Dit staat in de wet en doen we om er zeker van te zijn dat er voor deze jongeren straks nog genoeg geld is voor de pensioenen. Door de lage rente moeten we hiervoor nu veel meer geld in kas hebben. En als je veel jonge deelnemers hebt, zoals ons fonds, is dat effect erg groot. En groter dan bij veel andere fondsen.
    Behalve de lage rente, heeft ook de coronacrisis geleid tot onrust op de financiële markten en impact gehad op de financiële positie van het fonds. We hebben er alles aan gedaan om de verlaging zo klein mogelijk te houden.

  • Waarom gaan de pensioenen omlaag, en de AOW niet?

    Het systeem van de AOW is anders dan het systeem van je pensioen bij ons fonds.
    De AOW krijg je van de overheid vanaf een bepaalde leeftijd. Voor de AOW bouw je geen eigen potje op. Mensen die werken in Nederland, betalen premie voor de AOW. Deze premie gebruikt de overheid om de AOW-uitkeringen van nu te betalen. Als er een tekort is om alle AOW-uitkeringen uit de premie te kunnen betalen, vult de overheid aan vanuit de algemene reserve van het Rijk. De AOW is gekoppeld aan het minimumloon en gaat automatisch omhoog als de prijzen stijgen. Dat gebeurt normaal gesproken twee keer per jaar: per 1 juli en per 1 januari. Op de website van de SVB vind je de AOW-tarieven.

    Pensioen bouw je op via je werk. Dat doe je samen met je collega’s in de levensmiddelenbranche. Heb je geen werk? Dan bouw je ook geen pensioen op (tenzij je arbeidsongeschikt bent, maar dat is een ander verhaal). En het pensioen dat je bij ons fonds opbouwt, is van jóu. Elk jaar zetten we een stuk pensioen voor jou opzij. Het is een toezegging, een deel is specifiek voor jou (of je nabestaanden). Het is dus ook niet zo dat er straks geen pensioen voor je is, omdat alles naar de gepensioneerden van nu gaat. Dat kan niet. Maar daarvoor moeten we wel op tijd bijsturen als we zien dat het met onze financiële positie lange tijd de niet de goede kant op gaat. Dat doen we nu met deze verlaging.

    Overigens, je bouwt niet alleen pensioen op voor jezelf voor later. Bij ons fonds is ook opbouw van pensioen geregeld als je arbeidsongeschikt wordt (in de tijd dat je bij ons fonds pensioen opbouwt) of voor je partner (en kinderen) als je komt te overlijden. Ook die pensioenen gaan omlaag.

  • Kan een pensioenfonds zelf bepalen of het gaat verlagen?

    Nee. De regels voor een verlaging staan in de wet en De Nederlandsche Bank (DNB) controleert of pensioenfondsen zich aan die wet houden. Een verlaging is een uiterste maatregel. Dat mag en wil ons fonds pas doen als alle andere maatregelen niet genoeg gewerkt hebben. We hebben er wel alles aan gedaan om de verlaging zo klein mogelijk te houden. Lees hierover meer in ons herstelplan.

  • Is een verlaging van de pensioen voor ons fonds nu écht nodig?

    Er zijn twee belangrijke redenen. Ten eerste zijn de regels streng. Dat moet voor een deel ook, want zo zorgen we ervoor dat er voor de jongeren van nu later óók nog voldoende geld is voor hun pensioen. Ten tweede is de rente gedaald tot bijna 0% (en soms zelfs eronder). Daardoor is onze financiële positie niet goed. Onze dekkingsgraad is te laag en deze kan niet meer op tijd herstellen. Het gaat om herstel tot een bepaald niveau dat in de wet staat.

    Dus het antwoord is: ja. Helaas moeten we de pensioenen verlagen. Het bestuur heeft hierover eind maart een definitief besluit genomen. We informeren jou en het Verantwoordingsorgaan hierover. We hebben een nieuw herstelplan opgesteld dat we naar toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) hebben gestuurd. DNB laat ons voor juni weten of kan worden ingestemd met ons herstelplan. Pas daarna gaan we de verlaging in onze administratie verwerken. Met deze verlaging zijn we als fonds niet in één keer weer financieel gezond. De komende jaren is verder herstel van de dekkingsgraad nodig om te kunnen voorkomen dat we in de toekomst de pensioenen weer moeten verlagen.

    We moeten bij onze besluiten uitgaan van de financiële situatie van het fonds op 31 december 2020. Toen stonden we er niet goed voor. De minister heeft een vrijstelling gegeven aan fondsen die op dat moment een dekkingsgraad hadden van boven de 90%. Onze dekkingsgraad lag daar op 31 december 2020 onder. Eind februari lag onze dekkingsgraad wél boven de 90%. Een Kamerlid in de Tweede Kamer heeft gevraagd om een uitzondering te maken. Hij heeft hierover Kamervragen gesteld aan de minister. Daarop heeft de minister in april dit antwoord gestuurd. Hij heeft gezegd dat hij geen uitzondering wil maken voor ons fonds.

     

  • Hoe komt het dat ons fonds wel moet verlagen en andere fondsen niet?

    De belangrijkste oorzaak van de verlagingen is de lage rente. Bij een lage rente moet een fonds meer geld opzij leggen om later alle pensioenen te kunnen betalen. Daar hebben wij extra veel last van omdat we veel jonge deelnemers hebben. Fondsen met bijvoorbeeld veel oudere deelnemers hebben daar minder last van.

    Sommige pensioenfondsen hebben zich in het verleden meer verzekerd tegen het risico op een dalende rente. Zij hebben daardoor minder last gehad van de daling van de rente. Wie dit zogeheten ‘renterisico’ afdekt, profiteert minder wanneer de rente stijgt. Bijna alle fondsen dekken voor een deel hun renterisico af, zo ook ons fonds. Het ene fonds dekt meer af dan het andere. Wij hebben in het verleden hierover besluiten genomen. Dat deden we niet zomaar. We gingen (en gaan) daarbij zorgvuldig te werk. Bij het beleid baseren we ons op uitgebreide studies over de effecten van bepaalde keuzes op korte en lange termijn (ook wel: ALM-studiesAfkorting voor Asset Liability Management. Dit is een studie die inzicht geeft in de toekomstige ontwikkelingen van een pensioenfonds.). 

    De levensverwachting speelt ook een rol. Als we met zijn allen gemiddeld langer leven, krijgen we ook langer pensioen uitbetaald. Pensioen van ons fonds krijg je namelijk zolang je leeft. Of je nu 70 of 90 jaar wordt. Elke keer als de levensverwachting stijgt, wordt ons pensioen dus duurder. De gepensioneerden van nu worden ouder dan we vroeger verwachtten. Zij hebben tijdens hun loopbaan (met de wetenschap van nu) eigenlijk te weinig premie betaald. Mensen overleden toen gemiddeld jonger. De verwachting was dus dat we korter pensioen zouden uitbetalen. Het effect van een stijgende levensverwachting speelt bij ons fonds minder. Dat komt doordat we veel jonge deelnemers hebben.

    Sommige andere pensioenfondsen hoeven ook niet te verlagen, omdat de werkgever verplicht is om bij te storten als het niet goed gaat met het fonds. Dat zie je wel eens bij pensioenfondsen die de pensioenen regelen voor één bedrijf of concern. Dat is bij ons fonds niet het geval. Wij zijn een pensioenfonds voor een hele bedrijfstak, niet een enkele werkgever. Werkgevers betalen 2/3 van je pensioenpremie en hoeven geen extra storting te doen als het slecht gaat.

  • Heeft ons fonds al die jaren liggen slapen? Dit zie je toch aankomen!

    Ja, de situatie is al jaren niet goed. Maar we hebben niet liggen slapen. We hebben er in de tussentijd alles aan gedaan om een verlaging van de pensioenen te voorkomen en onze financiële positie zo goed mogelijk te maken. En nu het toch aan de orde is, hebben we er alles aan gedaan om de verlaging zo kleine mogelijk te houden.

    We zijn erg afhankelijk van omstandigheden die buiten het fonds liggen. Denk aan de lage rente, de coronacrisis, een handelsoorlog tussen de VS en China en de koersen op de financiële markten. Maar ook hoe lang we met zijn allen leven, heeft invloed. Wij kijken continu naar onze beleggingsmix, onze doelen, de risico’s, onze achterban, etc. En we sturen bij als dat nodig is. Daarbij ligt onze blik op de lange termijn. We hebben een herstelplan opgesteld met maatregelen om weer financieel gezond te worden. Op dit moment zijn we dus nog niet financieel gezond, ook niet na deze verlaging.

    We moeten bij onze besluiten uitgaan van de financiële situatie van het fonds op 31 december 2020. Toen stonden we er niet goed voor. De minister heeft een vrijstelling gegeven aan fondsen die op dat moment een dekkingsgraad hadden van boven de 90%. Onze dekkingsgraad lag daar op 31 december 2020 onder. Eind februari lag onze dekkingsgraad wél boven de 90%. Een Kamerlid in de Tweede Kamer heeft gevraagd om een uitzondering te maken. Hij heeft hierover Kamervragen gesteld aan de minister. Daarop heeft de minister in april dit antwoord gestuurd. Hij heeft gezegd dat hij geen uitzondering wil maken voor ons fonds.

  • We hebben altijd voor ons pensioen betaald, mag ons fonds dat pensioen dan zomaar verlagen?

    Als je er financieel zo voorstaat als ons fonds, mag – nee móét – je de pensioenen verlagen. Verlagen mag alleen als uiterste maatregel. En dan moet het ook. Dit is in de Pensioenwet vastgelegd. Als ons fonds zonder verlaging het pensioen blijft uitbetalen als de financiële positie niet goed genoeg is, dan zou er uiteindelijk niet meer voldoende geld over blijven voor onze deelnemers die pas over een lange tijd met pensioen gaan. Dat komt dus neer op het doorschuiven van tekorten naar de jongere generatie. Je keert geld uit dat je voor de pensioenen in de toekomst nodig hebt. Dat is niet eerlijk. In de Pensioenwet staat daarom dat een pensioenfonds dat niet kan doen. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) controleert of wij ons aan die regels houden.

  • Waarom is de rente belangrijk: pensioengeld wordt toch belegd?

    Ja, dat klopt. Beleggingen kunnen meer of minder waard worden. Dat heet ook wel: rendement op beleggingen. Dat kan dus positief of negatief zijn. De rendementen die pensioenfondsen halen met beleggingen waren de afgelopen jaren gemiddeld hoger dan de rente waarmee ze ‘vooruit rekenen’. (Zie hier informatie over het rendement op onze beleggingen.) Maar toch was dat niet genoeg.
    We willen er zeker van zijn dat er voldoende geld is voor mensen die pas over tientallen jaren met pensioen gaan. Het rekenen met de ‘risicovrije’ rekenrente is verplicht in de wet. De Nederlandsche Bank (DNB) stelt deze rekenrente vast en controleert of pensioenfondsen zich aan de regels houden. DNB stelt onze rekenrente vast op basis van de rente op de financiële markten. En die rente is nu heel laag. Dat zie je onder meer op je spaarrekening en bij de hypotheekrente. Die rentes zijn ook heel laag. En hoe lager de rente, des te meer moet ons fonds nu in kas hebben om straks alle pensioenen te kunnen betalen. Die stijging konden we met goede beleggingsrendementen niet bijbenen. Vooral omdat wij zoveel jonge deelnemers hebben in het fonds. We moeten heel ver vooruit kijken met die lage rente. Hoe langer die periode duurt, des te groter het effect. 

  • Stel, volgend jaar zakt de rente verder. Moet ons fonds dan weer verlagen?

    Dat kan gebeuren. Maar alleen als uit het herstelplan blijkt dat ons fonds nog steeds niet op tijd financieel gezond kan worden. Ons herstelplan wordt elk jaar vernieuwd en voorgelegd aan toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB).

  • Kun je als deelnemer van een pensioenfonds je inleg verliezen?

    Nee, je verliest je inleg niet. Een pensioenfonds belegt de premie die jij en je werkgever betalen. Dat beheren we voor jouw pensioen straks. Dat keren we niet uit aan de gepensioneerden van nu. Pensioenfondsen zijn er niet om winst te maken. Wij zijn er voor jouw pensioen. Geld dat over is, gaat naar de pensioenen.

  • Maakt het pensioenfonds veel kosten?

    Wij maken kosten voor de uitvoering van onze pensioenregeling (denk aan administratie) en de beleggingen (denk aan vermogensbeheer). Daarbij letten we goed op onze kosten. We hebben lagere kosten dan een gemiddeld pensioenfonds van onze omvang. Onze bestuurders ontvangen een vergoeding, maar zij krijgen geen bonussen.
    Wij proberen de kosten zo laag mogelijk te houden. Als je kijkt naar hoeveel premie je betaalt en hoeveel je ervoor terug krijgt aan pensioen, dan gaat het om zeker 2x, mogelijk zelfs 3x, de waarde. Voor elke euro krijg je dus 2 tot 3 euro terug. Daarnaast is via ons fonds het een en ander geregeld als je arbeidsongeschikt raakt of komt te overlijden.

  • Helpt het als je je pensioen nu snel overdraagt naar een fonds dat er beter voorstaat?

    Nee, dat kan niet. Je kunt je pensioen meenemen naar een ander pensioenfonds of verzekeraar. Dat kan als je uit dienst gaat en een nieuwe baan (buiten onze sector) krijgt waar je pensioen gaat opbouwen. Wij werken daaraan in principe altijd mee. Maar dat mogen we alléén als ons fonds (én jouw nieuwe fonds) er financieel goed genoeg voor staan. Beide moeten een dekkingsgraad hebben boven de 100%. Dat is bij ons sinds augustus 2019 niet meer het geval. Daarom kunnen wij niet meewerken aan een verzoek om het pensioen over te dragen.
    Je kunt de aanvraag wel indienen. Dat doe je bij je nieuwe pensioenfonds. De aanvraag nemen we in behandeling, zodra de dekkingsgraden van beide pensioenfondsen boven de 100% zijn. Heb je een aanvraag ingediend, maar ligt het stil? Dan gaat ook jouw pensioen omlaag.

    Uitzondering: klein pensioen
    Dit geldt overigens niet als je maar korte tijd bij ons fonds pensioen hebt opgebouwd. Een zogeheten ‘klein pensioen’ (= € 503,24 bruto per jaar in 2021) dragen we automatisch over aan je nieuwe pensioenfonds. Dit is wettelijk zo geregeld. Je krijgt dan vanzelf bericht. Daar hoef jij niets voor te doen. Je kunt checken in de beveiligde omgeving Mijn Pensioencijfers of dit geldt voor jouw pensioen.

  • Wat gebeurt er als je al een aanvraag hebt ingediend om je pensioen over te dragen aan een ander fonds?

    Je kunt je pensioen meenemen naar een ander pensioenfonds of verzekeraar. Dat kan als je uit dienst gaat en een nieuwe baan krijgt (buiten onze sector) waar je pensioen gaat opbouwen. Wij werken daaraan in principe altijd mee. Maar dat mogen we alléén als ons fonds (en jouw nieuwe fonds) er financieel goed genoeg voor staan. Dat is bij ons niet meer het geval sinds augustus 2019. Heb jij na die maand een verzoek ingediend? Dan ligt dat stil. Je aanvraag nemen we in behandeling, zodra de beleidsdekkingsgraden van ons fonds én je nieuwe pensioenfonds boven de 100% zijn. Tot die tijd staat je pensioen bij ons fonds en gaat ook jouw pensioen omlaag.

    Uitzondering: klein pensioen
    Dit geldt overigens niet als je maar korte tijd bij ons fonds pensioen hebt opgebouwd. Een zogeheten ‘klein pensioen’ (= tot € 503,24 bruto per jaar in 2021) dragen we automatisch over aan je nieuwe pensioenfonds. Je krijgt dan vanzelf bericht. Daar hoef jij niets voor te doen. Je kunt checken in de beveiligde omgeving Mijn Pensioencijfers of dit geldt voor jouw pensioen.

  • Waarom kun je niet je eigen pensioenfonds kiezen?

    Pensioen bestaat uit:

    1. AOW van de overheid, en
    2. aanvullend pensioen dat je opbouwt via je werk, én
    3. extra pensioen dat je zelf bijspaart.

    Bij ons fonds is het aanvullende pensioen voor jou en je collega’s in de levensmiddelensector geregeld. Het aanvullend pensioen bouw je op samen met je collega’s in onze branche. Op die manier deel je de risico’s en de kosten. Dat is goedkoper. Om ervoor te zorgen dat dat collectief goed werkt, is het belangrijk dat iedereen meedoet. Jong en oud, man en vrouw, hoog- en laagopgeleid, ziek en gezond, etc. Daarom is afgesproken dat het opbouwen van pensioen standaard onderdeel is van je arbeidscontract in onze branche. Iedereen doet mee. Zo zorgen we er samen voor dat veel mensen pensioen (kunnen) opbouwen. Overigens zijn er bij ons fonds ook ondernemers en bedrijven die zich vrijwillig hebben aangesloten.

  • Wordt de verlaging van je pensioen op enig moment ook weer ongedaan gemaakt?

    Het is niet zeker of wij de verlaging van je pensioen later weer ongedaan kunnen maken. De kans bestaat ook dat we de pensioenen meerdere keren moeten verlagen. Of andere maatregelen moeten nemen, zoals de premie verhogen. De ontwikkeling van onze financiële positie is daarbij belangrijk. We zijn onder meer afhankelijk van de stand van de rente. Die kunnen wij niet beïnvloeden, maar wij kunnen wel scherp op de kosten letten en zo goed mogelijk proberen te beleggen. Daar doen wij alles aan.

Andere vragen en antwoorden

  • Waarom gaan we niet met zijn allen meer betalen om de verlaging te voorkomen?

    Het probleem zit hem niet zozeer aan de kant van de inkomsten van ons fonds (= de premie die jij en je werkgever betalen en het rendement op onze beleggingen). Het zit hem in de waarde van de toekomstige pensioenen. We houden rekening met wat we moeten uitbetalen aan pensioen over (tientallen) jaren. Door de lage rente moeten we nu veel meer geld opzij zetten om straks alle pensioenen te kunnen betalen. Het afgelopen jaar is de waarde van onze beleggingen gestegen, maar de verplichtingen om de pensioenen straks te kunnen betalen, zijn nog méér gestegen. Door de pensioenen te verlagen, schaven we iets van de verplichtingen af. Dat herstelt het evenwicht een beetje. Maar hiermee is onze financiële positie niet ineens weer gezond.
    Meer pensioenpremie inleggen helpt wel een beetje naar de toekomst toe. Daarom is per 1 januari 2021 de pensioenpremie verhoogd. Dat is voor de nieuwe pensioenopbouw vanaf dat moment. Meer hierover lees je in dit interview.

  • Is het eerlijk om alle pensioenen te verlagen? Werknemers merken er toch weinig van…

    Werknemers die nog pensioen opbouwen, zien hun pensioen elk jaar groeien. Dat zien ze op het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dat ze jaarlijks van ons fonds ontvangen. Ze betalen premie en daarvoor krijgen ze er elk jaar pensioen erbij. Dat pensioen is nu nog een bedrag op een overzicht. Dat krijgen ze nog niet uitbetaald. Dus ja, nu merken ze er weinig van als dat bedrag omhoog of omlaag gaat. Maar straks wel! Dan hebben ze dat geld wel nodig als ze stoppen met werken en met pensioen gaan. Door de verlaging nu, hebben ze straks minder pensioen.

  • Pensioenfondsen barsten toch van het geld? Waarom is dat niet genoeg?

    Bij elkaar hebben pensioenfondsen ongeveer € 1.500 miljard aan vermogen. Pensioenfondsen willen alle werknemers, oud-werknemers en mensen die nu een pensioen ontvangen nu en straks een goed pensioen uitkeren. Iedereen krijgt dat pensioen zolang hij of zij leeft. De waarde van al die pensioenen bij elkaar is nog meer dan € 1.500 miljard. Dat komt door de lage rente. Op dit moment ligt de rekenrente rond de 0%. Als de rente 0% is, dan moeten fondsen nu al het geld voor iedereen reserveren (los van de premies die nog betaald gaan worden). Oók voor mensen die nu 25 zijn en op hun 98ste verjaardag nog steeds pensioen krijgen. Zoveel jaar vooruit rekenen met zo’n lage rente heeft erg veel invloed. Daardoor is er meer geld nodig dan de huidige € 1.500 miljard. Hoe hoger de rente, hoe minder geld een pensioenfonds hoeft te reserveren.
    Je kunt het vergelijken met een spaarrekening. Stel: je wilt volgend jaar € 105 hebben en de rente is 5%. Dan hoef je nu maar € 100 euro opzij te zetten. Als de rente 0% is, moet je nu al die hele € 105 opzij zetten.

  • Wat gebeurt er met het geld dat pensioenfondsen nu ‘overhouden’ door de verlaging?

    Dat geld blijft in de gezamenlijke pensioenpot en komt ten goede aan alle mensen die pensioen opbouwen bij en ontvangen van ons fonds. Dus aan iedereen die van ons fonds een pensioen ontvangt, mensen die nu nog werken en de oud-werknemers die na hun vertrek uit de levensmiddelenbranche hun pensioen hebben staan bij ons pensioenfonds.

  • Wie bepaalt de rente waarmee pensioenfondsen moeten rekenen?

    De overheid bepaalt de regels rondom de zogeheten rekenrente. Pensioenfondsen zijn verplicht om zich daaraan te houden. De Nederlandsche Bank (DNB) is toezichthouder in de pensioenwereld. DNB stelt de rekenrente vast. De rente op de financiële markten heeft grote invloed op deze rekenrente. De marktrente is nu erg laag. Dit merk je bijvoorbeeld aan de rente op je spaarrekening of de rente die je betaalt bij een (nieuwe) hypotheek voor een koopwoning. De rekenrente voor pensioenfondsen is dus ook erg laag.

  • Het ging lange tijd goed met economie. Waarom moeten fondsen dan toch verlagen?

    De rente is al jaren historisch laag. Onder meer daardoor gaat het met economie ook zo goed. Corona heeft in 2020 wel voor onrust gezorgd. Een lage rente is goed nieuws als je geld wilt lenen (voor je hypotheek of als je wilt investeren in je bedrijf), maar slecht nieuws voor spaarders en pensioenfondsen. Grote sommen geld reserveren voor later levert minder rente op. Door de coronacrisis is de financiële positie van veel fondsen verder verslechterd. Je pensioengeld wordt belegd en de aandelenkoersen zijn wereldwijd gedaald door het virus. Gelukkig was er eind 2020 ook wat herstel toen de vaccins beschikbaar kwamen. Hier lees je hoe wij ervoor staan.

  • Wat betekent Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV)?

    Het MVEV stelt een wettelijke eis aan hoe groot het vermogen van een fonds moet zijn. De beleidsdekkingsgraad moet daarbij minimaal zo’n 104,3% zijn (de rode lijn in deze grafiek). Dat betekent dat voor elke euro dat een fonds in de toekomst aan pensioen moet uitkeren, nu ruim € 1,04 aan vermogen aanwezig moet zijn. Als een fonds hieraan vijf jaar lang niet voldoet (en het zesde jaar is het nog steeds niet goed), dan moet het binnen zes maanden maatregelen nemen waardoor het ineens aan het MVEV voldoet. Bij ons fonds is deze termijn nog niet overschreden.

  • Wat betekent Vereist Eigen Vermogen (VEV)?

    Het VEV is een andere wettelijke eis aan het vermogen van een fonds. Om aan deze eis te voldoen, moet het fonds een actuele dekkingsgraad hebben van rond de 117% (de groene lijn in deze grafiek). Als de lijn daaronder ligt heeft ons fonds een tekort aan reserves. Wij moeten dan een herstelplan indienen bij toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB). In dit herstelplan staat hoe het fonds verwacht binnen een aantal jaar weer boven de vereiste VEV-grens uit te komen. Als blijkt dat andere maatregelen niet geholpen hebben, kan het zijn dat - als laatste redmiddel - de pensioenen moeten worden verlaagd.

  • Wat betekent nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK)?

    Het Financieel Toetsingskader (FTK) is onderdeel van de Pensioenwet. Hierin staan de eisen waaraan de financiële positie van een fonds moet voldoen:

    • Wanneer is een fonds financieel ‘gezond’?
    • Wanneer is er een tekort aan reserves?
    • Wanneer is er te weinig geld om op lange termijn alle pensioenen te kunnen betalen?

    In 2015 is het FTK vernieuwd. Dat is het nFTK. De eisen zijn toen strenger geworden. De overheid wilde meer stabiliteit bij pensioenfondsen. Zo wilde ze voorkomen dat de pensioenen teveel last hadden van grotere schommelingen op de financiële markten.

  • Wanneer kun je weer een verhoging van je pensioen verwachten?

    Als onze financiële positie weer verbeterd is en onze beleidsdekkingsgraad (de donkerblauwe lijn in deze grafiek) boven de 110% ligt. Vanaf 110% is het onder voorwaarden mogelijk dat we de pensioenen weer (iets) verhogen.

  • Kan het nieuwe pensioenstelsel straks voorkomen dat je pensioen omlaag gaat?

    Nee, dit is niet zo. In het nieuwe pensioenstelsel gelden er andere regels en gaan pensioenen meer dan nu meebewegen met de economie. Daardoor is de kans groter dat we je pensioen kunnen verhogen, maar je pensioen beweegt ook eerder mee omlaag als het slecht gaat. Meer informatie over het nieuwe stelsel lees je in dit deel van de website bij een ‘Nieuwe Oude Dag’.

  • Betekent het nieuwe pensioenstelsel dat we straks nog meer gaan verlagen?

    In het nieuwe pensioenstelsel hebben we minder ‘last’ van de lage rente. Maar je pensioen gaat meer meebewegen met de economie. Dat betekent dat fondsen sneller dan nu je pensioen mogen verhogen. Maar ook sneller moeten verlagen. Het is de verwachting dat beide situaties straks voorkomen. Meer informatie over het nieuwe stelsel lees je in dit deel van de website bij een ‘Nieuwe Oude Dag’.

  • Waarom kunnen we de verlaging niet uitstellen tot het nieuwe stelsel er is?

    Het duurt nog jaren voordat het zover is (uiterlijk 1 januari 2026). In de tussentijd moeten wij ons aan de regels houden van het huidige stelsel. De overheid is nog bezig om de regels in de ‘overgangsperiode’ vast te stellen.

  • Gaat het hier om een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke verlaging van de pensioenen?

    Het gaat om een onvoorwaardelijke verlaging. We kunnen hem later wel ongedaan maken als het in de toekomst weer beter gaat met ons fonds.

  • Hoe zit het met de verhoging die wij bij COOP nog elk jaar krijgen vanuit de overgang naar BPFL?

    Mensen die vroeger pensioen opbouwden bij het COOP Pensioenfonds krijgen voor een bepaalde periode een afgesproken verhoging van hun pensioen. Het gaat dan om een verhoging van het pensioen dat ze eerder bij het COOP Pensioenfonds hebben opgebouwd en dat is overgedragen naar BPFL. Daar is toen ook extra voor betaald. Die verhoging krijgen deze deelnemers dus ook gewoon in 2021. Aan die afspraak verandert niets.
    Als we de pensioenen gaan verlagen, gaat wel het hele pensioen omlaag. Ook het deel dat eerder bij het COOP Pensioenfonds is opgebouwd.