Over ons

Financieel crisisplan

Wat doet ons pensioenfonds als er een crisis is en dit effect kan hebben op de pensioenen? Bijvoorbeeld als de financiële positie plotseling veel verslechtert? Dit staat in het crisisplan. Elk pensioenfonds is sinds mei 2012 verplicht zo’n crisisplan op te stellen. Ons fonds heeft ook een financieel crisisplan.

Waarom een financieel crisisplan?

Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) vindt dat veel pensioenfondsen onvoldoende waren voorbereid op de kredietcrisis in 2008. Om herhaling te voorkomen in de toekomst moeten pensioenfondsen nú al nadenken over maatregelen die ze kunnen nemen als zich een zelfde situatie voordoet. Dan kan het bestuur sneller reageren op de ontwikkelingen. Deze maatregelen zijn opgenomen in de zogeheten ABTNAfkorting voor actuariële en bedrijfstechnische nota. Dit noemen we ook wel het bedrijfsplan. In de ABTN staat onder meer hoe de dekkingsgraad berekend wordt..

Wat staat in een financieel crisisplan?

In een financieel crisisplan geeft een pensioenfonds antwoord op negen vragen, waaronder:

  1. Wanneer sprake is van een crisis?
  2. Welke maatregelen kan het pensioenfonds nemen?
  3. Wat is het financiële effect van deze maatregelen?
  4. Hoe houdt het pensioenfonds rekening met alle belanghebbenden?
  5. Hoe communiceert het pensioenfonds met alle belanghebbenden?

Wat staat in ons financieel crisisplan?

Ons fonds onderscheidt drie situaties waarin we spreken van een crisis. Dat is het geval als ons fonds:

  1. zonder aanvullende maatregelen het tekort aan reserves niet op tijd kan aanvullen, of
  2. zonder aanvullende maatregelen vijf jaar een dekkingstekort heeft, waardoor een verlaging van de pensioenen noodzakelijk is, of
  3. een plotselinge verslechtering van de financiële positie ondergaat door financieel-economische ontwikkelingen en direct ingrijpen noodzakelijk is. Denk daarbij aan een sterke daling van de rente of als de beleggingen plotseling minder waard worden.

Kritische ondergrens

Onze financiële positie wordt uitgedrukt in een percentage. Dat is de dekkingsgraad (lees hier meer uitleg). Deze heeft een kritische ondergrens. Bij ons fonds is dat 92,9% (2018). Als de dekkingsgraad daaronder komt, kan ons fonds niet meer tijdig financieel gezond worden zonder maatregelen te treffen. Deze kritische ondergrens is een momentopname. Het staat niet vast. Het hangt onder meer af van de stand van de rente en de verwachte economische ontwikkelingen.

Mogelijke maatregelen

Als zich een crisis voordoet, kan ons pensioenfonds de volgende maatregelen nemen om die situatie te verbeteren:

  • het beleggingsbeleid aanpassen, en/of
  • de premie verhogen die werknemers en werkgevers betalen, en/of
  • de pensioenregeling versoberen (opbouwpercentage verlagen, franchise verhogen, etc), en/of
  • in uiterste geval de pensioenen verlagen.

In het financieel crisisplan staat verder omschreven:

  • in welke situaties we deze maatregelen inzetten, en
  • welke effecten ons fonds verwacht dat deze maatregelen hebben, en
  • hoe wij ermee rekening houden dat de lusten en lasten eerlijk verdeeld worden onder actieve deelnemers, voormalige deelnemers die nog niet met pensioen zijn en mensen die een pensioen ontvangen, en
  • hoe we alle belanghebbenden op de hoogte houden.

Meer weten?

Download ons volledige financieel crisisplan.

Per 1 januari 2015 gelden er nieuwe financiële spelregels voor pensioenfondsen. Daarin zijn ook verplichtingen opgenomen waaraan onze financiële positie moet voldoen. Volgens die regels is onze financiële positie niet goed genoeg. Er is een reservetekort. Er zijn dus te weinig buffers voor de lange termijn. Ons pensioenfonds heeft daarom ook in 2018 opnieuw een herstelplan ingediend bij toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB).

Wat is een herstelplan?

In een herstelplan legt een pensioenfonds vast welke maatregelen het fonds wil nemen om zijn financiële positie te verbeteren. De financiële positie van een pensioenfonds wordt uitgedrukt in een percentage. Dat is de dekkingsgraad. Ons fonds publiceert elke maand twee dekkingsgraden in een grafiek:

  1. De actuele dekkingsgraad; dit is een momentopname aan het einde van elke maand
  2. De beleidsdekkingsgraad; een voortschrijdend gemiddelde van de afgelopen 12 actuele dekkingsgraden

In de grafiek is ook een vereiste dekkingsgraad opgenomen. Als de beleidsdekkingsgraad onder die grens ligt, is er sprake van een reservetekort.

Wat staat in het herstelplan?

In het herstelplan van ons fonds staat dat wij weer financieel gezond kunnen worden zonder aanvullende maatregelen. ‘Financieel gezond’ betekent dat de beleidsdekkingsgraad ten minste de vereiste dekkingsgraad is.
Gekozen is voor een hersteltermijn van 10 jaar. Deze relatief lange termijn zorgt ervoor dat de gevolgen voor alle deelnemers beperkt blijven. Ons fonds wil de kans op het verlagen van de (opgebouwde) pensioenen zo veel mogelijk beperken. Door de lange hersteltermijn worden werknemers, oud-werknemers en de gepensioneerden in gelijke mate ‘geraakt’. Op die manier is evenwichtige belangenafweging geborgd.

Als de economische omstandigheden de komende jaren niet verbeteren, kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn. Hierdoor kan het zijn dat je straks minder pensioen krijgt dan op je pensioenoverzicht staat of je nu al ontvangt of dat je (opgebouwde) pensioen (tijdelijk) niet (volledig) meegroeit met de algemene prijsstijgingen. Omgekeerd, als de omstandigheden verbeteren, kunnen we de pensioenen wellicht weer jaarlijks verhogen.

Hoe nu verder?

DNB beoordeelt het ingediende herstelplan. Daarna is het herstelplan 2023 definitief. Elk jaar actualiseren we het herstelplan. Ook hierover wordt aan DNB gerapporteerd totdat de financiële positie van ons fonds weer ‘gezond’ is. Een exemplaar van het volledige herstelplan kun je opvragen via onze helpdesk.